Wormen en andere endoparasieten.

Wormen en andere endoparasieten bij honden, katten en paarden

De meest voorkomende wormen bij honden zijn spoelwormen, lintwormen, zweepwormen, haakwormen en de eencellige parasieten giardia en coccidia. Spoelwormen zijn de meest voorkomende inwendige (= endo) parasieten bij honden in Nederland. Slechts 3% van de honden in Nederland is geïnfecteerd met spoelwormen en bij veel honden verloopt de infectie geheel zonder symptomen.

Bij katten komen naast bovengenoemde wormen ook nog de rondworm voor en de parasiet die toxoplasmose veroorzaakt.

Bij paarden komen vooral de kleine bloedworm, grote bloedworm, spoelwormen,  lintwormen, veulenworm, aarsmaden, paardenhorzel, leverbot en longwormen voor.

Een werkelijke worminfectie komt bij zowel honden, katten als paarden nauwelijks voor. Slechts 5 % van de honden in Nederland heeft een worminfectie.Bij katten en paarden blijkt maar een klein percentage een werkelijke worminfectie te hebben. Recent is nogmaals aangetoond dat tot 80% van de paarden niet of slechts heel licht besmet zijn.

worm-1

Hebben dieren altijd wormen?

Honden kunnen op verschillende manieren besmet worden met wormen. Spoelwormen worden vooral overgedragen door de ontlasting. Een geïnfecteerd dier scheidt eitjes uit met de ontlasting, deze worden rechtstreeks opgenomen door de hond die aan de ontlasting snuffelt of een paard die besmet gras eet. Besmetting kan ontstaan doordat de hond een tussengastheer (bijvoorbeeld een dode muis of rat) opeet. Ook worden larven overgedragen door de placenta en de moedermelk, dit is een van de redenen dat veel pups al bij de geboorte besmet zijn met spoelwormen. Spoelwormen zijn meestal niet met het blote oog waar te nemen, alleen de eitjes worden uitgescheiden de wormen zelf veelal niet.

In antwoord op de vraag of dieren altijd wormen hebben: in veel gevallen wel.

Wij mensen vinden dit vaak een vieze gedachte. De vraag is echter of het dier er last van heeft en dat blijkt meestal niet het geval.

We maken een verschil tussen besmetting, infectie en ziekte. Een wormbesmetting hoeft geen probleem te vormen zolang  er een gezonde verhouding bestaat tussen de gastheer (het dier) en de parasiet. Bij verminderde weerstand kan de besmetting echter een infectie worden en kunnen er ziektesymptomen optreden die gerelateerd kunnen worden aan wormen zoals een bolle dikke buik, een doffe vacht of hoesten. Wanneer deze symptomen optreden is de infectie al in een ver gevorderd stadium. De echte oorzaak van de infectie en daarop volgende ziekte moet gezocht worden in de vraag waarom de weerstand van het dier verminderd is.

Wanneer ontstaat er een verhoogd risico op een infectie?

Wanneer het dier ziek is en met name wanneer de darmflora is aangetast door ziekte, antibiotica gebruik of een weerstandsdip. De weerstand kan verminderen door bijvoorbeeld dracht of langdurige stress. Ook overmatig ontwormen heeft een nadelig effect op het darmstelsel.

Wanneer een dier veel vlooien heeft gehad is er een serieuze kans dat het besmet is geraakt met lintworm. Goed om te vermelden: een dier dat getroffen is door een vlooienplaag moet regulier behandeld worden omdat de kwaal erger is dan het middel. Een ernstige vlooienplaag kan leiden tot bloedarmoede en besmetting met spoelwormen. Uiteraard kan tegelijkertijd de weerstand verhoogd worden middels een homeopathische behandeling.

Balans

Een gezond lijf is in balans, die balans houdt ook in dat het om kan gaan met een besmetting zoals al eerder genoemd. Sterker nog: een besmetting houdt het immuunsysteem scherp.Een dier dat continu wordt schoongeveegd bouwt geen weerstand tegen wormen op. Alles draait om balans, de gezondheid moet zo goed zijn dat de worm er wel kan wonen maar geen kwaad kan doen. Parasieten zijn er niet op uit om de gastheer te doden, dat zou namelijk betekenen dat ook zij het niet overleven.

worm-2

Biedt reguliere ontworming dé oplossing?

Nee. Door overmatig gebruik van ontwormmiddelen krijgen dieren weinig kans om weerstand op te bouwen, dieren worden frequent belast met gifstoffen uit de ontwormmiddelen, maar het ergste is dat het overmatige gebruik van ontwormmiddelen tot resistentie lijdt. De wormen trekken zich steeds minder van de ontwormmiddelen aan en het ziet er naar uit dat er binnenkort geen werkzame stoffen meer over zijn. De zwakste wormen worden gedood en de sterkste wormen zullen achterblijven, op deze manier creëren we dus uiteindelijk superwormen.

 Preventieve ontworming?

Dit is een term die vaak wordt genoemd maar onjuist is. Preventie betekent voorkomen. Een ontwormingsmiddel kan een besmetting niet voorkomen maar kan alleen een besmetting of infectie behandelen op het moment dat deze ook daadwerkelijk aanwezig is. Behandel  dierendaarom pas ná mest- of ontlastingsonderzoek waarbij actievebesmetting is aangetoond. Een wormbesmetting kan middels homeopathie behandeld worden, ook zijn er andere alternatieven die met succes worden gebruikt.

Homeopathische behandeling

Door het preventief inzetten van homeopathische middelen kunnen klachten voorkomen worden, daarom is het belangrijk om een jonge dier op te laten groeien onder begeleiding van een homeopathische behandeling. Dit zorgt ervoor dat er een optimale weerstand ontwikkeld wordt. Op het moment dat zich toch een gezondheids- of gedragsprobleem voordoet kan middels homeopathie de balans weer hersteld worden.Gezondheids- of gedragsproblemen leiden vaak tot een verminderde weerstand door de ziekte zelf of door stress als gevolg van het probleem.

Als homeopaat blijven we kijken naar het individuele dier. Zo kijken we onder andere naar de leefomstandigheden en voeding van het dier. Op deze manier kunnen we per dier een passend advies geven bij een behandeling tegen wormen. Wanneer je het gevoelsmatig prettig vindt om met regelmaat te ontwormen of niet telkens ontlasting wilt laten onderzoeken maar geen reguliere medicatie wilt gebruiken dan bestaat er en homeopathisch middel dat ingezet kan worden. Dit bestrijdt de wormen op natuurlijke manier en is ook alleen dan actief wanneer er een infectie aan de orde is. Maar onze voorkeur gaat uit naar meten is weten: éérst ontlastingsonderzoek laten uitvoeren en aan de hand daarvan bepalen wat het behandelplan gaat worden.

Wanneer een hond, paard of kat een worminfectie heeft bestaat ook de mogelijkheid om deze middels homeopathie te bestrijden.  Het is belangrijk om daarna een behandeling te starten om het afweersysteem van jouw dier te versterken, om de weerstand te verhogen.

Complementaire behandeling

Naast homeopathie maken wij ook gebruik van andere natuurgeneeskundige middelen om de weerstand van het dier te verhogen of een dier dat in een risicovolle omgeving leeft te beschermen tegen infectie.Voor meer informatie kun je contact met ons opnemen.

Bronnen:

gezonddier.nl

wormbestrijding.nl

paardnatuurlijk.nl