Homeopathie

Wat is klassieke homeopathie

Klassieke homeopathie is een geneeswijze waarbij het zelfherstellend vermogen, waar ieder mens en dier over beschikt en op natuurlijke wijze wordt gestimuleerd. Homeopatische middelen geven het levende organisme een prikkel tot zelfherstel. Met behulp van homeopathie is een snel, doelmatig, maar tegelijk zachtzinnig herstel te realiseren op een bijzonder dier-, mens- en milieuvriendelijke manier.

Drie belangrijke begrippen binnen de klassieke homeopathie

1. Gelijksoortigheid tussen geneesmiddelbeeld en ziektebeeld

De basiswet waarop klassiek homeopatische behandeling berust, is dat herstel mogelijk is door overeenkomsten tussen de kernmerken van het ziektebeeld van de patiënt en de eigenschappen van het homeopatische geneesmiddel. Dit wordt het gelijksoortigheidsprincipe genoemd. Homeopathie is afgeleid van de Griekse woorden homoeos wat gelijkend betekent en pathos wat lijden of ziekte inhoudt. Letterlijk betekent homeopathie : gelijksoortig in lijden. Dit houdt in dat het gebruik vaneen homeopatische geneesmiddel- bij een gezond mens of dier- ziektesymptomen veroorzaakt die datzelfde middel bij een ziek mens of dier wegneemt.

2. Gepotentieerde geneesmiddelen

Dr. Samuel Hahnemann, de grondlegger van de homeopathie, ontdekte dat bij toediening van de ruwe, stoffelijke vorm van een geneesmiddel de werking vaak veel te heftig was. Hierop ging hij de middelen oplossen en verdund aan zijn patiënten toedienen. Vervolgens ging hij er toe over om deze stoffen te potentiëren door middel van stapsgewijs verdunnen en schudden. Hij ontdekte dat hierdoor de werking ervan zelfs dieper en langduriger was. In de homeopathie wordt o.a. gebruik gemaakt van planten, dieren of mineralen om geneesmiddelen van te maken. Iedere groep heeft zijn specifieke functie binnen de behandeling van de zieke mens mens of dier. Zo zijn o.a. plantaardige middelen meer geschikt voor acute klachten. De minerale middelen werken dieper en zij worden meer ingezet bij de behandeling van chronische ziektes.

3. Ziekteproces

Doorgaans wordt in geval van ziekte voorgeschreven op basis van een diagnose. Een klassiek homeopaat gaat er vanuit, dat de ziekte een uitdrukking is van een verstoorde balans in de levenskracht van mens of dier, waarbij het zelfherstellend vermogen hulp nodig heeft om dit te herstellen. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt tussen klachten van ‘binnenuit’ of van ‘buitenaf’. In het laatste geval is de patiënt niet vanuit zichzelf ziek maar wordt dit door een oorzaak van buitenaf zoals een ongeluk, schrik of verdriet. In dat geval wordt voorgeschreven op de aanleiding en de klachten die hierdoor zijn ontstaan. Met klachten van ‘binnenuit’ wordt bedoeld dat de aanleg tot de ziekte al in de patiënt aanwezig is, de zogenaamde constitutie. Denk hierbij aan huidklachten, allergie of emotionele kwetsbaarheid. Deze kunnen zich langzamerhand in de loop van de tijd ontwikkelen of getriggerd worden door een oorzaak van buitenaf. Denk hierbij aan artrose wat optreedt bij vochtige kou. Er wordt dan niet alleen naar de klachten zoals die nu zichtbaar of merkbaar zijn, gekeken maar daarnaast wordt de hele ontstaansgeschiedenis- waarvan de wortel al vaak in het voorgeslacht ligt- meegenomen. Hierdoor krijgen alle aspecten die een rol spelen in de ontwikkeling van de klacht een plaats in de behandeling.

Klassieke homeopathie en de dierenarts

Wettelijk is geregeld dat alleen dierenartsen dieren mogen ‘behandelen’. Dit houdt in dat homeopaten geen medische diagnose mogen stellen. Klassieke homeopathie is gericht op het stimuleren van het zelfherstellend vermogen van mens en dier en is daarmee niet vergelijkbaar met een behandeling zoals deze wordt uitgevoerd door een dierenarts. Het stimuleren van het zelfherstellend vermogen met behulp van homeopatische middelen sluit behandeling door een dierenarts niet uit, maar kan indien nodig prima naast elkaar werkzaam zijn.

In welke situaties kan homeopathie behulpzaam zijn bij dieren

Homeopathie kan bij de meest uiteenlopende klachten op fysiek, functioneel en psychisch gebied worden ingezet. Zowel in acute situaties als bij klachten die al langer bestaan. Denk hierbij aan gedragsklachten na schrik of verdriet. Maar ook aan chronische fysieke klachten, eventueel in combinatie met een diergeneeskundige behandeling.